G.J. Dukker
Bij de inningen van de zettingen in het begin van de 16de eeuw worden Ulrick Coerencoper en Andries Heeksteyn aangeslagen. Andries is vermoedelijk ook korenkoopman. Hij moet in 1520 een hertogcijns voor een perceel van 18½ voet (= 5,32 m) betalen, hetgeen even breed is als het huidige met inbegrip van beide zijmuren. In het cijnsboek van 1573 wordt ook melding gemaakt van een klein keldertje onder de straat, waarvoor in 1549 vergunning was verleend. Dit straatkelderje is nog te traceren. Het loopt gedeeltelijk vóór het linker buurpand door, over de breedte van het niet onderkelderde gedeelte. Deze merkwaardige situatie kan te maken hebben met een oudere steeg tussen beide huizen. De kelder van Karrenstraat 12/14 is kleiner dan het erboven staande pand. De kelder moet ouder zijn. Hij is vanaf de straat toegankelijk. In de 17de eeuw is het huis ingrijpend verbouwd, waarbij de kap en de balklagen vernieuwd zijn. | 435 |
H. Dirks825. "De roode Zwaen of Gans" anno 1631. | 52 |
2016 |
Panden Karrenstraat worden weer piekfijnEen fikse verbouwing moet ook wonen aan de Bossche Karrenstraat 14 en 16 mogelijk maken.
Marc Brink | Brabants Dagblad dinsdag 29 november 2016 | Regio 2
|
1910 | F. Masseling (meubelmaker) |
1928 | C. Doomernik - J. van Vugt - L. van Vugt |
1943 | A. van Lieshout (glazenwasscher) - J.M.A. van Lieshout (kantoorbediende) |
1865 | A.J. Siepkens (voerman) |
1875 | wed. J.G. Schull (partikulier) |
1881 | H.A. Dirks (mr. timmerman) |
1908 | H.A. Dirks |
1910 | Trimbos (werkplaats) |
1928 | L.P.Z. Gielisse |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 41